Plant een haag

Er zijn veel redenen om voor een haag of heg te kiezen.

• Hagen scheiden de ruimte, geven structuur aan de tuin (ook in de winter) en bieden privacy.
• Ze geven kleur aan je tuin, in elk seizoen.
• Er zijn hagen in veel soorten en maten, dus ook voor kleinere (stads)tuinen.
• Ze geven zuurstof aan de lucht en houden CO₂ vast. Goed voor het klimaat dus.
• Hagen zorgen voor meer en betere natuur:
  • Vogels maken er hun nest in.
  • Ze zorgen ervoor dat diertjes zoals egels, kikkers en padden vrij tussen verschillende tuinen kunnen bewegen en geen barrières op hun weg ontmoeten.
  • Bloeiende heggen zijn een belangrijke stuifmeel- en nectarbron voor insecten.

• Heb je een grote tuin? Kies dan voor een gemengde haag die wat breder mag uitgroeien. Een bijen- of bloesem- en bessenheg vraagt veel ruimte, maar heeft een ecologische meerwaarde ten opzichte van een haag die uit één soort bestaat. 
• Heb je minder ruimte, maar werk je graag in de tuin? Dan is een geschoren doornloze gemengde haag ideaal voor jouw tuin. Ook strak gesnoeid is deze keuze op vlak van biodiversiteit nog altijd interessanter dan een haag uit één soort.
• Heb je een kleine tuin? Of geen groene vingers? In dit geval ga je best wel voor een strakke haag uit één soort, zoals haagbeuk, beuk of veldesdoorn of voor traag groeiende struiken als taxus of hulst.

Tip: Kies zoveel mogelijk voor streekeigen soorten. Enkel in een bebouwde omgeving, of dichtbij het huis, kunnen ook de uitheemse soorten een meerwaarde betekenen voor de natuur. 

De ideale periode om een haag te planten is tussen begin november en eind maart. Toch doe je het best nog voor de winter. Want planten die je voor het einde van het jaar in de grond stopt vormen nu al hun wortels zodat ze, in vergelijking met planten die je in het vroege voorjaar plant, meer kans hebben om een volgende warme, droge zomer te overleven. 

Wil je graag veel bloemen en bessen? Snoei dan best niet te veel. Want door te snoeien neem je de bloemknoppen of vruchten weg.

Snoeien met een haagschaar doe je eigenlijk maar voor twee redenen:

1. Om een struik in een bepaalde vorm te dwingen, zoals een haag of een barokke vorm
2. Om een struik compacter of bossiger te laten groeien.

Voor de onderhoudssnoei, dit is het wegnemen van storende, zieke of dode takken of – in extreme gevallen – om een plant te verjongen, gebruik je een snoeitang.

Maar voor een gezonde, niet gesnoeide, gemengde haag heb je veel ruimte nodig. Deze wordt al gauw 2 tot 3 meter breed. Hou hier dus rekening mee, zeker als je de haag dichtbij de perceelsgrens wil zetten.

Extra mest of compost aan het plantgat toevoegen is meestal niet nodig. Het kan de plant zelfs lui maken of de wortels verbranden. Twijfel je toch aan de kwaliteit van de plantgrond? Werk er dan eventueel wat compost in. Of strooi de compost onder de haag, maar liefst niet tegen de stammetjes. De voedingsstoffen zullen dan traag de bodem insijpelen en zo over langere periode beschikbaar zijn voor de planten.

Voordelen 

• Rijk aan bloesems, zaden en vruchten
• Rijk aan dierenleven
• Biedt schuilplaats, nestgelegenheid en voedsel voor vogels en insecten
• Ideaal als perceelgrens
• Handig als zicht- en windscherm

Waarop letten bij je keuze?

• Stem groeikracht en uiteindelijke hoogte en breedte af op de beschikbare ruimte: voorkom zo dat je te veel moet snoeien.
• De omgeving. Is er een directe link met waardevol natuurgebied, kies dan voor inheemse soorten. 
• De tuinbodem. Lees de tuinfolder 'Onderzoek je tuinbodem'

Voorbeelden 

• Lage heg (1,5 tot max. 2 m hoog): hertshooi, alpenbes, spierstruik, kransspirea, blauwe kamperfoelie, bottelroos
• Hoge heg (3 tot 5 m hoog): witte kornoelje, gele kornoelje, rode kornoelje, wilde kardinaalsmuts, gewone liguster, gewone sering, wollige sneeuwbal, hondsroos, veelbloemige struikroos, gelderse roos, boerenjasmijn